Stel: je medewerker gaat een koffie halen in de keuken en schuift uit op de trap, hij of zij snijdt zich in de vingers tijdens het middagmaal of struikelt over een losliggende kabel van de laptop.
In die gevallen kan je op de arbeidsongevallenverzekering rekenen, op voorwaarde dat:

1. het ongeval gebeurde op de plaats van telewerk (indien niet schriftelijk vastgelegd, je woonplaats of de plaats waar je gewoonlijk telewerkt);
2. het ongeval gebeurde tijdens de geplande werkuren (indien niet schriftelijk vastgelegd, de uren die je zou moeten presteren als je gewoon op kantoor zou werken).

Belangrijk is dat het ongeval gebeurde tijdens een activiteit die ze ook op kantoor zouden kunnen uitvoeren. Je medewerkers zijn dus niet gedekt als ze op het dak van hun huis klimmen en naar beneden vallen, als ze zich verwonden terwijl ze het gras afrijden of verbranden tijdens het strijken. Die activiteiten hebben niets met de uitvoering van het arbeidscontract te maken.

En wat als ze de baan op gaan?

Telewerkers moeten zich natuurlijk niet meer met de wagen of het openbaar vervoer naar het werk verplaatsen. Toch moeten de kinderen mogelijk nog naar de opvang gebracht worden. Is dat bij sommige van jouw medewerkers het geval? Dan zijn ze in principe ook voor dat traject gedekt.

Hetzelfde geldt wanneer ze tijdens de lunchpauze naar de broodjeszaak of plaatselijke snackbar rijden voor een middagmaal.